kut is populair | zo vloeken wij online

Het meest gebruikte vloekwoord op Nederlandstalige sociale media, blogs en fora is ‘kut’. Deze niet heel chique benaming voor het vrouwelijk geslachtsdeel werd van januari 2016 tot nu ruim 544.000 keer genoemd, zocht BuzzCapture uit voor RTL Nieuws.

Sowieso komen vrouwen er slecht vanaf in online scheldkanonnades. Als we kijken naar scheldwoorden waarmee we een persoon beledigen, is na ‘kut’ het woord ‘slet’ het afgelopen jaar het meest gebruikt. Op sociale media werd ‘slet’ ruim 186.000 keer gezegd.

Van oudsher vrouwonvriendelijk

“Je ziet in de historie dat vrouwonvriendelijke woorden vaker worden gebruikt. Mensen zeggen eerder ‘kut’ dan ‘lul’, om het maar even plat te zeggen”, zegt Wilfried Verboom van de Bond tegen vloeken. “Woorden als ‘hoer’ en ‘hoerenjong’ worden zelfs in de bijbel al als scheldwoord gebruikt.”

Hij denkt dat dit komt doordat het taboe erop groter is. “Vrouwelijkheid wordt van oudsher geassocieerd met het zachte en het kwetsbare. Daarmee schelden is een groter taboe en daardoor gebeurt het juist meer.” Of vrouwen vaker het slachtoffer zijn online, weet hij niet. “Vrouwen kunnen er in ieder geval zelf online ook wat van”, zegt Verboom.

Verzet tegen grofheid

Betekende vloeken vroeger nog ‘de naam van god op een lelijke manier gebruiken’. Tegenwoordig staat vloeken voor alle beledigende en harde termen die we gebruiken om onze boosheid te uiten. Ook voor de Bond tegen vloeken, die dit jaar 100 jaar bestaat en morgen de glossy Holy! uitbrengt.

De Bond tegen vloeken ziet online twee trends: mensen vloeken steeds grover, en steeds meer mensen storen zich daaraan. “Dat laatste is een goede ontwikkeling, daarin kunnen media ook zelf een voortouw nemen.”

Geen verbod op vloeken

Verboom roemt de disclaimer die sommige sites hebben, waarin mensen worden opgeroepen zich te gedragen. “Iedereen moet zelf weten of hij vloeken aanpakt. Maar als we klagen over de kwaliteit van Nederland, moeten we daar zelf ook wat aan doen.”

Toch is hij niet direct voorstander van een verbod op scheldwoorden, bijvoorbeeld op Facebook. “Het is lastig om een ethische grens aan te brengen. We willen mensen oproepen om zelf minder te vloeken. En je kunt de bagger op sommige online platforms ook bewust mijden. Als mensen toch bagger willen lezen, gaan ze maar lekker met elkaar in die modderpoel zitten.”

Extreem kwetsend

Echt kwetsend vindt hij het gebruik van woorden die eigenlijk een heel andere lading hebben. Zoals ‘kanker’. “Dat kan zo ontzettend kwetsend zijn. Ik heb zelf drie keer kanker gehad. Mijn zoon van 23 jaar ook. Hij is een bouwvakker, een grote, sterke jongen. Als hij mensen hoort vloeken met ‘kanker’ kan hij zich amper inhouden. Dat doet zoveel pijn, hij wil er dan wel op rammen. Besef wat je met zo’n woord teweegbrengt.”

Sowieso begrijpt Verboom helemaal niets van online gevloek. “Het is heel goedkoop en heel laf. Als je wat tegen me te zeggen hebt, zeg het dan rechtstreeks tegen me. En niet in verdekte termen en onder een valse naam, zodat ik niet eens weet wie het zegt.”

Hoe dan wel?

Maar hij vindt wél dat mensen zich moeten kunnen uitdrukken in harde taal om een punt duidelijk te maken. “Soms is taal te soft en moet je hard zijn. Gebruik dan geen ernstige ziektes, dat is echt afschuwelijk. Maar ga op zoek naar een andere manier om je boosheid te uiten. Zeg: ‘ik word hier echt boos van’. Of: ‘ik vind dit helemaal niet leuk’. Dat is beter dan elkaar te gaan beledigen.”​